All Categories
Featured
Table of Contents
- De belastingvermindering is niet van toepassing op de interesten: 1) die als werkelijke beroepskosten werden afgetrokken of 2) waarvoor de aftrek voor enige en eigen woning of de bijkomende interestaftrek werd gevraagd - bijgebouw kosten. - De interestbonificatie en de belastingvermindering wordt enkel toegekend voor een lening voor energiebesparende uitgaven die bestemd zijn voor privédoeleinden - poolhouse.
of/en de belastingvermindering voor passiefhuizen en is niet onderworpen aan een maximumbedrag. Het gaat hier dus om een afzonderlijke maatregel - houten bijgebouw. - De interesten van een groene lening geven slechts recht op de belastingvermindering voor interesten wanneer de belastingplichtige beschikt over de noodzakelijke fiscale attesten die door de kredietverstrekker worden uitgereikt.
De kapitaalaflossingen kunnen, voor zover aan alle voorwaarden is voldaan en binnen de begren- ❙ 10 ❙ zingen, worden vermeld in de rubriek van de aftrek voor enige en eigen woning. poolhouse bijgebouw. De interesten (na aftrek van de interestbonificatie) kunnen naar keuze worden vermeld in 1) de rubriek van de aftrek voor enige en eigen woning en/of 2) de rubriek van groene leningen.
Deze voldoet aan alle voorwaarden om recht te geven op zowel de aftrek voor enige en eigen woning als op de belastingvermindering voor interesten van groene leningen. De door u in 2010 betaalde kapitaalaflossingen bedragen 1. 980 euro en de interesten (na tussenkomst) 450 euro. bijgebouw plat dak. De kapitaalaflossingen mogen volledig worden vermeld in Bijkomende bepalingen.
De kredietgever is hierbij de tussenpersoon die tot deze dienst bevoegd is. De kredietnemer dient ook een bewijsstuk (kopie van de factuur en de bijlagen) te bezorgen aan de kredietgever om aan te tonen dat de lening effectief dient om energiebesparende uitgaven. De belastingvermindering voor intresten van groene leningen moet worden aangevraagd door in de belastingaangifte de passende codes in te vullen.
Voor het herbouwen van een gebouw en voor een zeer grondige renovatie van een groot gebouw gelden dus dezelfde eisen als voor een nieuwbouw met dezelfde bestemming. Tevens moeten bij een verbouwing zowel de verbouwde als de nieuwe delen voldoen aan de gestelde eisen. Overgangsmaatregelen van 1 januari 2006 tot en met 30 juni 2006 zijn miniem. bijgebouw laten bouwen.
Bij gedeeltelijke herbouw of bij uitbreiding geldt de K-peil eis enkel voor het herbouwde of het nieuwe deel van het gebouw. Maximale U- en minimale R-waarden Dat zijn eisen op vlak van thermische isolatie: De maximale U-waarden zijn de maximale warmtedoorgangscoëfficiënten van de scheidingsconstructies (muur, vloer, dak, raam, deur, ...).
Minimumeisen voor ventilatievoorzieningen De ventilatie-eisen hangen zowel af van de ‘aard van het werk’ als van de ‘bestemming’, en zelfs van de functie van elke ruimte. Beperken van het risico op oververhitting Er wordt best al van in de ontwerpfase aandacht besteed aan de beperking van het risico op oververhitting.
Ook kan het toepassen van een lichte bouwwijze (bv houtskeletbouw) het oververhittings risico doen toenemen. In de praktijk 1. Het maximale E-peil (E100) drukt uit hoe een gebouw presteert op het vlak van energieverbruik: rendementen en verliezen. Dat betekent een goede thermische isolatie van de muren en het dak, maar eveneens van de vloer.
Om overmatige luchtinfiltratie en tochtproblemen te voorkomen moet de woning bovendien luchtdicht zijn: spleten en kieren bij de aansluiting van de ramen in de buitenmuren, en van het dak aan de buitenmuren ter hoogte van de goot moeten worden vermeden. 2 Compact bouwen betekent een woning bouwen die een zo groot mogelijk bewoonbaar volume creëert terwijl de buitenoppervlakte, waarlangs warmte kan verdwijnen, zo klein mogelijk is.
Door via grote ramen op het zuiden de passieve zonneenergie maximaal te benutten, verminderen de kosten voor verwarming en verlichting met 5 tot 10 procent. Oververhitting tijdens de zomer kan worden voorkomen door zonwerend glas, een regelbare buitenzonwering, een brede oversteek, aangepaste beplanting. ❙ 11 ❙ ENERGIE 4. Kies bij voorkeur voor een energiezuinige brandstof zoals aardgas of stookolie (is carport een bijgebouw).
5. Kies voor een zuinige, goed afgeregelde verwarmingsinstallatie die is aangepast aan de grootte van de woning. Bij voorkeur een condenserende hoog rendement aardgasketel voor de centrale verwarming en het sanitaire warme water. 6. In elke woning moet minstens een ventilatiesysteem worden voorzien dat de opgelegde hoeveelheid ventilatielucht verzekert. Het daarvoor toegepaste systeem, is naar keuze: natuurlijk, deels natuurlijk en deels mechanisch, of volledig mechanisch.
Welke combinatie van maatregelen en materialen het best worden toegepast, kan de architect berekenen met het softwarepakket dat de overheid ter beschikking stelt. De bouwheer moet vóór de start van de werkzaamheden een verslaggever aanstellen. Dat kan de ontwerpende architect zijn, of een andere deskundige met de opleiding van architect of ingenieur.
Op het einde van de werkzaamheden maakt de verslaggever de definitieve berekening voor het EPB-aangifte op. Vervolgens moet deze ‘EPB-aangifte’ door de verslaggever, in samenspraak met de bouwer of verbouwer elektronisch worden ingediend bij de dienst Natuurlijke Rijkdommen en Energie. Boete Als de eisen niet worden gehaald, riskeert de houder van de stedenbouwkundige vergunning, meestal de eigenaar, een admi- nistratieve boete in verhouding tot de afwijking van de eis. bijgebouw houtskelet prijs.
Ook de verslaggever riskeert een boete als blijkt dat hij foutief rapporteerde over de uitgevoerde werkzaamheden. Meerkosten Het investeren in meer isolatiemateriaal is meestal een zuivere materiaalkost. aarding bijgebouw. De meerkost voor hoogrendementsbeglazing is beperkt, aangezien deze nu al in ruim de helft van de woningen standaard wordt voorzien. Algemeen kan worden gesteld dat qua isolatie de meerkost nul tot ongeveer 1.
die te koop of te huur worden aangeboden. Potentiële kopers of huurders ❙ 12 ❙ krijgen hiermee een idee van de energiezuinigheid van de woning en bovendien een aantal vrijblijvende adviezen om de energieprestatie van de woning te verbeteren (bijgebouw meer dan 40m2). Het EPC legt op zich geen eisen op aan de woning, maar informeert de potentiële kopers of huurders, door aan de woning ENERGIE een energetische score (kengetal) toe te kennen.
Het kengetal wordt uitgedrukt in k, Wh/m² en drukt uit wat het berekende jaarverbruik is ten opzichte van de bruikbare oppervlakte. bijgebouw afbreken. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het verbruikersgedrag. Het kengetal wordt op een kleurenbalk (van groen naar rood) gepositioneerd ten opzicht van geldende referentiewaarden. Een woning die zich in de groene zone bevindt, scoort dus goed op vlak van energie.
Ook bevat het EPC energiebesparende aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn niet verplicht maar bieden de koper of huurder nuttige informatie over mogelijke energiebesparende investeringen. Verplichting voor eigenaars De eigenaar van een woning die deze wil verkopen of verhuren moet ervoor zorgen dat een EPC beschikbaar is op moment dat de woning te koop of te huur wordt aangeboden.
Bij verkoop van een woongebouw wordt het EPC overgedragen aan de koper en in de notariële akte zal een clausule met betrekking tot het EPC worden opgenomen. De notaris heeft meldingsplicht aan het Vlaams Energieagentschap indien geen EPC aanwezig is. Indien geen EPC aanwezig is, zal de eigenaar uitgenodigd worden op een hoorzitting en riskeert hij een boete tussen 500 en 5000 euro.
Welke woningen ? Het EPC bij verkoop en verhuur van bestaande woongebouwen is verplicht vanaf het moment dat een wooneenheid te koop of te huur wordt aangeboden. Het EPC moet dus opgemaakt worden per woning, per appartement, per studio - houten bijgebouw zelf maken.... Onder VERKOOP wordt verstaan: de zuivere verkoop van het geheel in volle eigendom van een residentieel gebouw dat niet door de burgemeester onbewoonbaar is verklaard.
is dus geen EPC verplicht. Onder VERHUUR wordt verstaan: de gewone huur, voor zover het gaat over een verhuur over een periode van meer dan twee maanden, de onroerende leasing en de woninghuur van residentiële gebouwen. Dit betekent dat vakantiewoningen, waarvan de huurovereenkomsten voor minder dan twee maanden worden gesloten, niet over een EPC dienen te beschikken. fundering eiken bijgebouw.
Indien u na 1 januari 2009 wel een nieuwe huurder krijgt of het huurcontract werd vernieuwd, dan moet u wel een EPC laten opmaken. Bij stilzwijgende verlenging van het huurcontract is geen EPC vereist. open haard bijgebouw. Een WOONEENHEID is elke een- heid in een gebouw met woonfunctie die energie verbruikt ten behoeve van mensen en die over de nodige voorzieningen beschikt om autonoom te functioneren.
Ook voor onbewoonbaar verklaarde woningen is geen EPC nodig bij verkoop. Voor studentenhomes die bestaan uit studentenkamers zonder badkamer en keuken, moet een EPC opgemaakt worden voor het gehele gebouw. Voor serviceflats die verkocht worden, dient een EPC voor bestaande woning opgesteld te worden. Indien de serviceflats worden verhuurd, dient een EPC opgesteld te worden als er effectief een huurovereenkomst met de bewoner wordt afgesloten.
Table of Contents
Latest Posts
Fujifilm Printer
Eetbare Printer
How To Scan A Document With Hp Printer
More
Latest Posts
Fujifilm Printer
Eetbare Printer
How To Scan A Document With Hp Printer